Er zijn nu 3 sessies geweest van de SOR-experttafel. Welk discussiepunt is jullie het meest bijgebleven?
Ruud: “Het is lastig om er één hoogtepunt eruit te halen. Maar als we kijken naar het invoeren van deze basisregistratie SOR, kunnen we dat niet vergelijken met hoe we bijvoorbeeld de BAG en de WOZ hebben ingevoerd. Eerst een wet maken en daarna ervan uitgaan dat softwareleveranciers die wet vertalen naar een pakket. En als dat pakket beschikbaar is, we daarmee gaan werken. In die sessies hebben we heel uitdrukkelijk met elkaar geconstateerd dat we deze opvolging van wet – software – invoering voor de SOR niet gaan doen. We gaan het juist heel erg vanuit de praktijk, vanuit de ketens doen. De volgorde draaien we nu dus om, daar bleek in die sessies veel draagvlak voor te zijn.
Daarnaast constateerden we met elkaar – ook al praten we over de SOR in de toekomstige tijd – dat we er op dit moment met z’n allen al hard mee bezig zijn. Zoals Geert-Jan zei over hoe zij binnen hun organisatie een hoop dingen in ketens hebben gezet, dat is eigenlijk al het werken aan de SOR. Vanuit het WOZ-domein hebben wij de afgelopen jaren veel gedaan rondom gebruiksoppervlakte en het verplicht gebruiken hiervan voor de waardering van woningen. Dat is ook een traject gericht op samenwerking en samenhang in de keten. Hiermee bouwen we aan de SOR. We zijn nu bezig met uniformering van de typering van objecten, wat je dan ook weer in de SOR kunt gebruiken.”
Is dat ook iets wat jou het meest is bijgebleven, Geert-Jan?
Geert-Jan: “Ja, daar sluit ik mij bij aan. Wat mij ook opvalt en wat ik goed vind is dat PinkRoccade als leverancier het initiatief neemt om deze verschillende groepen bij elkaar te brengen. Ook voor jezelf om te informeren en informatie op te halen: waar zijn we mee bezig en past dat bij de markt."
Geert-Jan Ketelaar, gemeente Almelo
‘Dat moet ook de verandering zijn in de aanpak van leveranciers, in plaats van ‘hier heb je de applicatie en succes ermee’. We moeten met elkaar op zoek naar een andere manier van denken.’
"Dat moet ook de verandering zijn in de aanpak van leveranciers, in plaats van ‘hier heb je de applicatie en succes ermee’. We moeten met elkaar op zoek naar een andere manier van denken. En het begint met samen daarnaar te kijken. Dus als leverancier kijken naar een andere rol. Als overheid zijn wij ook bezig met die twist, kijk bijvoorbeeld naar de Omgevingswet. Dat is een hele andere benadering: in plaats van kijken naar wat niet kan, kijken naar hoe we dat met elkaar kunnen realiseren."
Ruud: “Het is heel belangrijk om te realiseren dat we er samen aan werken. En dat je de regie in dit geval heel uitdrukkelijk op de werkvloer hebt liggen en het niet wachten is op wetgeving. Daarmee is het een totaal ander proces.”
Ruud, wat is volgens jou het grootste voordeel van de SOR voor gemeenten?
Ruud: “Ik denk dat voor gemeenten het grootste voordeel zit in de doelmatigheid van het werk bij het bereiken van de kwaliteit die we willen hebben. Dat is erg belangrijk. Er komt wel heel veel extra informatie bij, details die we nodig hebben, die we niet kenden. Die extra informatie die inmiddels benoemd is in het conceptueel model voor de SOR, is niet opgenomen om extra werk te creëren. Die is opgenomen omdat we die gegevens voor verschillende ketens nodig hebben. Maar ook omdat die extra gegevens de bijhouding en de controle van de gegevens vereenvoudigen. We zijn met de SOR bezig, omdat we moeten omgaan met verschillende maatschappelijke uitdagingen. De Omgevingswet kwam net al even ter sprake. Maar ik denk dat energietransitie, het klimaat en dergelijke veel grotere uitdagingen zijn.
Kijk je bijvoorbeeld naar hoe we ervoor moeten zorgen dat het hele vastgoed in Nederland energieneutraal wordt, dan moeten we eerst weten wat de huidige status is. Dan moet je in de informatiesystemen die je gebruikt voor de energietransitie ook zonnepanelen, warmtepompen en dat soort dingen kwijt kunnen. In het concept van de SOR is dat allemaal mogelijk, doordat we die extra details inbrengen. Omdat we denken dat we daar nu in moeten investeren, zodat wij voor al die maatschappelijke toepassingen uniform de gegevens kunnen aandragen. En als die gegevens dan in de SOR vastliggen, zijn ze ook weer bruikbaar voor de WOZ-taxaties.”
En Geert-Jan, zie jij de kwaliteitszorg ook als grootste voordeel voor gemeenten?
Geert-Jan: “Dat is één van de grootste voordelen: informatievoorziening op orde. Dat is ook waar ons team voor staat. Dus op een landelijk niveau binnen de ketens, het met elkaar proberen te bewerkstelligen. Terugmelden gebeurt nog steeds te weinig. Terwijl dat wel een onderdeel is van het stelsel. Als het bijhouden, terugmelden en het met elkaar delen niet gebeurt, dan wordt het stelsel steeds armer. En dat bepaalt wel de kwaliteit.
Voor ons is het ook belangrijk dat de SOR in de Common Ground-gedachte zit. Daarmee komt de data los van de software en dus van leveranciers. Want dat zien wij nu wel als een beperking. We zitten te vast in leveranciers en in hun applicaties, die weer te vast zitten in de databases. Maar ook zeker op het gebied van uitwisseling in de keten en met andere partijen. Denk aan open data. Ik vind dat wij als overheid verantwoordelijk zijn om de data weer terug te geven aan de maatschappij. Dat doen we veel te weinig, omdat wij ons hand ook niet in het vuur kunnen steken voor de kwaliteit.
Daarnaast laten we heel veel geld liggen, omdat we heel veel dingen opnieuw doen in die keten met belastingen. Wij zorgen voor mutatiesignaleringen. Dat doen we binnen de BAG, binnen de BGT, het VTH-domein is bezig met mutaties en gereedmeldingen. En als gereedmeldingen aan de voorkant niet plaatsvindt, dan hebben we daar bij de WOZ weer last van. Maar ook aan de balie als een woning nog niet is gereedgemeld en de inwoner zich op dat adres wil laten inschrijven. Het heeft allemaal consequenties, die we ons vaak niet realiseren:
- capaciteit;
- frustratie naar de maatschappij;
- heel veel geld dat we laten liggen, omdat we alles opnieuw doen.
Daarin zit enorm veel winst. Dat moeten we oplossen en daar kunnen we ook veel meer aan doen in de keten.”
Benieuwd naar de rol van de Waarderingskamer in de ontwikkeling van de SOR? Ruud Kathmann vertelt het je het in het derde deel van dit vierluik. Lees volgende week verder.
Het eerste deel gemist? Je leest het hier.